Het kabinet heeft nieuwe spelregels voor de pensioenfondsen (het zogeheten financieel toetsingskader) aangeboden aan de Tweede Kamer en gepubliceerd op internet voor consultatie. In de consultatie onderscheidt het kabinet twee pensioencontracten. Naast het huidige nominale contract wordt een nieuw pensioencontract mogelijk gemaakt, het reële contract. Hierdoor krijgen de sociale partners de mogelijkheid te kiezen voor een pensioencontract dat leidt tot een stabielere geïndexeerde pensioenuitkering. Daarnaast wordt de mogelijkheid geconsulteerd om ook in het nominale contract een stabielere pensioenuitkering mogelijk te maken.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Premie
Het nieuwe financieel toetsingskader zoals uitgewerkt in deze consultatieversie heeft tot gevolg dat de pensioenpremies stijgen. Deze premiestijging vloeit voort uit een aanscherping van de regels die nodig is om de financiële houdbaarheid van het pensioenstelsel te verstevigen. Daar staat tegenover dat de pensioenpremies als gevolg van de verlaging van het Witteveenkader kunnen dalen. DNB heeft de premie-effecten van het nieuwe financieel toetsingskader en de verlaging van het Witteveenkader samen in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat bij de huidige rentestand per saldo een premiedaling mogelijk is die aansluit bij het regeerakkoord. De effecten zullen overigens per fonds verschillen. Deze zijn afhankelijk van de dekkingsgraad, het deelnemersbestand en de hoogte van de pensioentoezegging. Door de consultatie kunnen pensioenfondsen de effecten op hun pensioenpremie in kaart brengen.
Op basis van de resultaten van de consultatie zal het kabinet bezien of aanpassing van de premiesystematiek zoals opgenomen in deze consultatieversie noodzakelijk is. DNB en het CPB worden daarbij betrokken. Bij indiening van het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer zullen de premie-effecten van dit wetsvoorstel inzichtelijk worden gemaakt.
Financieel toetsingskader
Een deugdelijke financiële basis voor de lopende en toekomstige pensioenen is het fundament onder het vertrouwen in het stelsel. Alleen als dat verzekerd is, kan van alle generaties worden verlangd dat zij de solidariteit blijven opbrengen waarop het pensioenstelsel is gebaseerd. De aanvullende pensioenen moeten transparanter worden en beter bestand tegen financiële schokken.
Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft nieuwe spelregels voor de pensioenfondsen opgesteld; het nieuwe financieel toetsingskader. Het huidige financieel toetsingskader wordt aangepast, omdat de financiële crisis de afgelopen periode heeft laten zien dat de huidige wettelijke normen op onderdelen tekort schoten. Uitgangspunt blijft een realistische beoordeling van de financiële positie van de fondsen.
De belangrijkste elementen van het nieuwe toetsingskader zijn:
– Er komt één nieuw toetsingskader voor bestaande en nieuwe contracten, met dezelfde uitgangspunten maar ook met specifieke regels die uiting geven aan het verschillende karakter van beide contracten.
– Sociale partners en pensioenfondsen moeten vooraf transparant zijn over de verdeling van financiële risico’s, zodat jongeren en ouderen weten waar ze aan toe zijn.
– Fondsen kunnen effectiever reageren op dagkoersen van de financiële markten.
– Het wettelijk kader zorgt ervoor dat pensioenfondsen beter rekening houden met de benodigde financiering voor indexatie.
– Fondsen krijgen de mogelijkheid om pensioenen beter aan te passen aan de levensverwachting.
Contracten
In het huidige financieel toetsingskader staat bescherming van het nominale pensioen voorop. Kortingen op het pensioen zijn hierdoor minder vaak aan de orde, maar als ze noodzakelijk zijn, kunnen ze abrupt en fors zijn. Om de beoogde zekerheid in de huidige contracten waar te maken, worden de eisen voor wat betreft de financiële buffers en premies aangescherpt. In de nieuwe pensioencontracten moeten direct maatregelen worden genomen bij financiële tegenvallers, maar die maatregelen mogen over tien jaren worden gespreid. Hierdoor kunnen financiële schokken voor de pensioendeelnemers geleidelijker worden verwerkt. Dit verkleint het risico op abrupte, grote kortingen van pensioenen.
Ook in het nieuwe toetsingskader zijn de dekkingsgraden van pensioenfondsen de belangrijkste graadmeter voor het nemen van maatregelen. De dekkingsgraden mogen als gemiddelde over een periode van twaalf maanden worden vastgesteld. Voor de langere termijn zal, net als nu, met een stabiele en realistische rente gerekend worden (UFR). Dit voorkomt drastische maatregelen als gevolg van abrupte schommelingen in de dekkingsgraad. Het kabinet wil in deze consultatie aanvullend de mogelijkheid voorleggen in het nominale contract de spreidingsmethodiek uit het reële contract toe te passen. Zo kan een belangrijk voordeel van het reële contract worden overgenomen in het nominale contract.
Het overhevelen van oude pensioenrechten naar het nieuwe (reële) contract is een zaak van sociale partners en pensioenfondsbesturen. Het is ook aan sociale partners of zij het huidige pensioencontract willen voortzetten of over willen stappen op het nieuwe contract. In het nieuwe ftk zijn waarborgen opgenomen om dit zogenoemde ‘invaren’ zorgvuldig te laten gebeuren.
Geschiedenis
Het nieuwe financieel toetsingskader is een uitwerking van de hoofdlijnennota van mei 2012. Deze hoofdlijnennota volgt op adviezen van de commissies Goudswaard en Frijns die het kabinet eerder instelde, en de afspraken die het kabinet daarna in juni 2011 heeft gemaakt met werkgevers en werknemers over de vernieuwing van het pensioenstelsel in Nederland. Dat stelsel is door structurele trends als de stijgende levensverwachting, de lage rente en de gevolgen van de crisis onder druk komen te staan. Veel fondsen hebben daardoor onvoldoende vermogen om ook in de toekomst pensioenen uit te betalen die werknemers verwachten. Die economische werkelijkheid verandert door invoering van het nieuwe kader niet, maar fondsen kunnen hierdoor wel beter met die werkelijkheid omgaan.
Het kabinet heeft naast de sociale partners, de pensioenuitvoerders en wetenschappers, ook vertegenwoordigers van jongeren en ouderen betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe financieel toetsingskader. De consultatie loopt tot en met 6 september 2013. Het kabinet streeft ernaar de benodigde wetgeving eind 2013 aan de Tweede Kamer aan te bieden.