De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 4 september 2013 Op de dag van de zitting de termijn voor het betalen van het griffierecht nog niet was verstreken zodat niet kon worden vastgesteld dat appellant in verzuim was.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten op 9 november 2012. Op die dag was de termijn voor het betalen van het griffierecht nog niet verstreken en kon dus ook niet worden vastgesteld dat appellant in verzuim was. Aangezien appellant met de mededeling, genoemd in artikel 8:41, tweede lid, van de Awb nog niet bekend was, had de rechtbank appellant ter zitting op de inhoud van de brief van 26 oktober 2012 en de daarin gestelde termijn voor het betalen van het griffierecht moeten wijzen en het onderzoek ter zitting moeten schorsen, in afwachting van de betaling van het griffierecht binnen die termijn.
Een bericht van het LDCR aan de rechtbank over niet tijdige betaling van het griffierecht door appellant bevindt zich niet in het dossier. Voor zover de rechtbank heeft overwogen dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn op de rekening van de rechtbank is bijgeschreven en evenmin binnen die termijn ter griffie is gestort, heeft zij gehandeld in strijd met artikel 8:69, eerste lid, van de Awb.
ECLI:NL:CRVB:2013:1657