De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 12 september 2013 dat er onvoldoende aanleiding was om de opleiding voortijdig af te breken en te verhinderen dat appellant nog als OvJ zou optreden.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Bij besluit 1 heeft verweerder appellant de toegang tot zijn werkplek ontzegd voor de duur van het onderzoek naar vermoedelijke integriteitsbreuk. Bij besluit 2 heeft verweerder het voornemen uitgesproken om appellant uit zijn functie te ontheffen door zijn detachering en opleiding voortijdig te beëindigen en de benoeming tot plaatsvervangend OvJ in te trekken. Bij besluit 3 heeft verweerder de ontzegging van de toegang verder verlengd. Bij besluit 4 heeft verweerder appellant per direct ontheven uit zijn functie door de detachering en de opleiding tot OvJ voortijdig te beëindigen.
De Raad onderschrijft het uitgangspunt van verweerder dat van een OvJ een hoge mate van waarheidslievendheid en betrouwbaarheid mag worden verwacht. Desondanks was er onvoldoende aanleiding om de opleiding voortijdig af te breken en te verhinderen dat appellant nog als OvJ zou optreden. Dat ontzegging van de toegang een te zwaar middel was, staat tussen partijen vast. De daartoe strekkende besluiten zijn om die reden door verweerder zelf herroepen. Omzetting in buitengewoon verlof is echter geen adequate manier om deze onterechte ontzegging te repareren. Er is niets naar voren gekomen op grond waarvan het onverantwoord zou zijn om appellant als OvJ te laten optreden. Het primaire besluit zal worden herroepen. De Raad zal appellant voor bepaalde tijd benoemen tot plaatsvervangend OvJ, ter voortzetting van zijn opleiding tot OvJ.
ECLI:NL:CRVB:2013:1748