Werkgever is na vier maanden al tot het besef gekomen dat haar verwachtingen van werkneemster zich op een ander niveau bewogen dan werkneemster kon waarmaken. Werkgever wil niet meewerken aan overplaatsing naar een andere functie en verzoekt na enige tijd ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Hoe oordeelde de kantonrechter?
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Feiten
Werkneemster is sedert 1 september 2012 bij werkgever werkzaam als Business Development Manager tegen een jaarsalaris van € 85.000,– inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Zij is 40 jaar. Voor het aanvaarden van deze functie, was zij werkzaam in het bedrijf van haar man in Zwitserland, alwaar zij ook woonachtig was samen met hun dochter. Nadat zij bij werkgever was aangenomen in de genoemde functie is zij naar Nederland verhuisd, waarbij werkgever haar een verhuis- en inrichtingsvergoeding heeft betaald. De arbeidsovereenkomst bevat een opzegtermijn van vier maanden.
Verzoek werkgever
Werkgever verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster op grond van een gewichtige reden, bestaande uit een wijziging van omstandigheden. Die wijziging van omstandigheden zou bestaan uit het niet naar verwachting functioneren van werkneemster en de daaruit voortgevloeide verstoorde verhoudingen tussen partijen. Per 21 mei 2013 heeft werkgever aan werkneemster kenbaar gemaakt dat zij het dienstverband met haar wilde beëindigen en heeft zij werkneemster vrijgesteld van werkzaamheden, teneinde haar in de gelegenheid te stellen haar netwerk te gebruiken om te trachten elders een arbeidsplaats te bemachtigen.
Verweer werkneemster
Werkneemster deelt de mening van Werkgever niet. Zij meent dat zij goed functioneerde en dat het vooral aan de begeleiding en het inwerken in de nieuwe functie schortte. De grote bron van ergernis bij werkneemster is het optreden van een leidinggevende naar haar toe. Hij gaf haar in januari 2013 een negatieve beoordeling, waar zij het niet mee eens was.
Beoordeling
In een situatie waarin zo kort na de aanvang van het dienstverband er een zo hevig verschil van mening bestaat over de voortgang van het dienstverband en waarbij de werkgever onder geen enkele voorwaarde dat dienstverband wenst te continueren, ziet de kantonrechter geen heil meer in het laten voortduren van dat dienstverband. Werkgever is weliswaar een groot bedrijf en overplaatsing naar en in een andere functie zou wellicht tot de mogelijkheden kunnen behoren, maar werkgever heeft daarover gezegd dat daar niet over te praten valt, omdat werkneemster zelf alle schuld van zich werpt en haar functioneren tot op de dag van vandaag als goed kenschetst. Daarmee geeft zij aan, aldus werkgever, geen enkele realiteitszin ten toon te spreiden zodat onder die omstandigheid van overplaatsing geen sprake kan zijn.
Het voort laten bestaan van deze arbeidsovereenkomst is daarom volgens de kantonrechter geen reële optie meer. Eén partij wil deze onder geen enkele voorwaarde voortzetten, terwijl de andere partij zich nauwelijks van enig kwaad in dat opzicht bewust is. Deze wijziging van omstandigheden moet voeren tot de gevraagde ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Echter deze ontstane situatie dient voor risico van werkgever te komen en te blijven: zij heeft werkneemster destijds aangenomen en is al na vier maanden tot het besef gekomen dat werkneemster niet de juiste persoon voor die functie was. Dit ondernemersrisico dient zij dan ook te dragen.
De kantonrechter gaat over tot de gevraagde ontbinding, met inachtneming van de opzegtermijn van vier maanden, waarbij de kantonrechter er vanuit gaat dat werkneemster tot die datum vrijgesteld blijft van het verrichten van werkzaamheden voor Werkgever.
Naast het doorbetalen van het salaris aan werkneemster gedurende de opzegtermijn ziet de kantonrechter geen aanleiding of bijzondere omstandigheden die met zich mee zouden brengen dat haar nog een vergoeding zou toekomen. De verhuizing naar Nederland is een eigen keuze van werkneemster en werkgever heeft haar daarvoor een aanzienlijke vergoeding gegeven. Daarnaast moet ook in aanmerking worden genomen dat functies op het niveau van de onderhavige niet altijd langs dezelfde meetlat kunnen en moeten worden gelegd als functies op een aanzienlijk lager niveau. Hoge bomen vangen nu eenmaal meer wind, aldus deze kantonrechter.
Deze uitspraak is niet maatgevend voor de meeste rechtspraak in dit soort gevallen. Wellicht een zwaluw, maar nog geen zomer.