De rechtbank Den Haag heeft in de zaak tussen woningcorporatie Vestia en haar voormalige kasbeheerder besloten dat deze laatste een tiental personen, waaronder de ex-topman mag oproepen in een zogenoemde vrijwaringsprocedure. Dit betekent dat de ex-kasbeheerder hen kan dagvaarden in een aparte procedure waarin de rechtbank moet vaststellen of zij medeverantwoordelijk zijn voor hetgeen Vestia de ex-kasbeheerder verwijt.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het gaat om de algemeen directeur van Vestia die van 1999 tot 2012 voorzitter en enig lid van de raad van bestuur was en een aantal commissarissen van Vestia die in de periode 2001 tot 2010 in functie waren.
De rechtbank heeft de verzoeken van de voormalig kasbeheerder om het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de Staat der Nederlanden en diverse (internationale) banken op te mogen roepen afgewezen.
Verder heeft hij gevraagd om afgifte van of inzage in een groot aantal stukken en bestanden van Vestia. De rechtbank heeft dit gedeeltelijk toegewezen. Vestia heeft op haar beurt gevraagd om inzage in bestanden van de ex-kasbeheerder. De rechtbank heeft dat afgewezen.
De zaak wordt nu voortgezet met een schriftelijk antwoord van de ex-kasbeheerder op de dagvaarding van Vestia. Daarnaast mag hij de tien personen oproepen. De procedure waarbij hij de tien personen mag oproepen, zal zoveel mogelijk samen met de hoofdprocedure, tussen Vestia en hem, worden behandeld.
Vestia wil van hem een schadevergoeding, want de woningcorporatie verwijt de voormalig kasbeheerder dat hij een veel te omvangrijke en risicovolle derivatenportefeuille voor Vestia heeft opgebouwd, die tot grote financiële problemen heeft geleid. Vestia heeft deze portefeuille afgekocht voor € 2 miljard op basis van een overeenkomst tussen Vestia en negen banken. Daarnaast verwijt Vestia hem dat hij hierbij in het geheim meer dan € 10 miljoen heeft aangenomen van een tussenpersoon.
ECLI:NL:RBDHA:2014:51