Voor het eerst is op 1 februari 2013 de Interventiewet gebruikt en besloot de minister van Financiën tot nationalisatie van SNS Reaal. Een andere oplossing was op dat moment volgens de Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS Reaal niet voorhanden. Zou niet tot nationalisatie zijn besloten, dan zou dat voor de Nederlandse samenleving hogere kosten hebben meegebracht. Bij nationalisatie op basis van de Interventiewet konden de aandeelhouders, de houders van achtergestelde leningen en de financiële sector bijdragen aan het opvangen van de kosten van de redding van SNS Reaal, een voor de Nederlandse financiële sector systeemrelevante bank en financiële instelling.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Evaluatiecommissie bestaat uit mr. R.J. (Rein Jan) Hoekstra en dr. J.M.G. (Jean) Frijns. Zij voerden dit onderzoek uit in opdracht van de minister van Financiën en de raad van commissarissen van De Nederlandsche Bank.
Geen tijdig en effectief reageren op steeds groter wordende problemen bij SNS Reaal
De vraag of het ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank tijdig en effectief hebben gereageerd op de problemen van SNS Reaal kan de Evaluatiecommissie niet met een volmondig ja beantwoorden. De Nederlandsche Bank als toezichthouder heeft onvoldoende oog gehad voor de risico’s van de op uitbreiding en overnames gerichte strategie van SNS Reaal in de periode tussen 2006 en 2009. Deze expansie heeft de buffers van SNS Reaal verzwakt en het risicoprofiel van de bankverzekeraar juist verhoogd.
Eind 2008 moest SNS Reaal bij het ministerie van Financiën aankloppen voor staatssteun. De staatssteun van in totaal 750 miljoen euro is niet de start geweest voor een ingrijpende herstructurering van SNS Reaal, zoals het oplossen van knelpunten in de onderlinge financieringen tussen de moedermaatschappij van SNS Bank en Reaal Verzekeringen. Tegelijkertijd raakte SNS Reaal verstrikt in problemen bij Property Finance, de zwaar op de balans van SNS Bank drukkende leningenportefeuille in vastgoed.
De Nederlandsche Bank heeft de samenhang van een aantal op de top van de markt verworven aanwinsten door SNS Reaal en de hiermee gepaard gaande risico’s niet voldoende onderkend. Het ministerie van Financiën heeft nagelaten zijn verantwoordelijkheid te nemen voor het schoon schip maken bij SNS Reaal dat door de financiële crisis in zwaar weer was terechtgekomen en bij de Staat moest aankloppen voor steun. Van eind 2008 tot eind 2011 is de verantwoordelijkheid voor een ingrijpende en nodige herstructurering in de eerste plaats bij de raad van bestuur en de raad van commissarissen van SNS Reaal gelegd.
Toen eind 2011 bij De Nederlandsche Bank duidelijk was dat SNS Reaal in lastig op te lossen problemen was terechtgekomen hebben de toezichthouder en het ministerie van Financiën gekozen voor een actievere opstelling, maar duurde het nog ruim een jaar voor de uiteindelijke nationalisatie. Verkoop of afsplitsing van delen van SNS Reaal waren wellicht vanaf 2009 mogelijk geweest, maar bleken in 2012 geen haalbare kaart meer te zijn. Pas in de tweede helft van 2012 nam het ministerie van Financiën gaandeweg – maar te laat – de regie over. Het ministerie van Financiën zocht informeel contact met de Europese Commissie. Te laat, vindt de Evaluatiecommissie. Het ministerie van Financiën stond erop dat de financiële sector substantieel zou bijdragen aan een oplossing. Dit is uiteindelijk gebeurd in de vorm van een heffing van een miljard euro die bij een niet overmatig sterke bankensector is terechtgekomen.
SNS Reaal is een voorbeeld van een klassieke bankcrisis waarbij het vertillen aan een beperkt deel van de activiteiten leidt tot uitholling van het hele bedrijf.
Aanbevelingen
De Evaluatiecommissie doet aanbevelingen gericht op het functioneren van het ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank.
Aan staatssteun moet de minister van Financiën duidelijker eisen stellen en een trustee aanstellen, zodat op die manier scherper wordt toegezien op de naleving van de aan de staatssteun te stellen eisen. Dit in plaats van overheidscommissarissen die een onmogelijke positie hebben en ineffectief zijn gebleken om het publieke belang te waarborgen.
Bij De Nederlandsche Bank moet een duidelijker bestuursvorm worden gekozen waarbij de president eindverantwoordelijk is en ook extern aanspreekpunt is voor het toezicht op financiële instellingen, naast zijn andere taken.