Uitkeringsfraude kan succesvoller worden bestreden, onder andere door regelmatig contact met uitkeringsgerechtigden. Onder leiding van bestuurskundige dr. Menno Fenger is onderzocht wat de gemeentelijke verschillen zijn bij bestrijding uitkeringsfraude en hoe uitkeringsgerechtigden worden aangesproken op hun frauduleus handelen.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Zo durven consulenten uitkeringsgerechtigden wel aan te spreken op hun gedrag, maar worden daar niet altijd duidelijke consequenties aan verbonden. Beide onderzoeksrapporten zijn op dinsdag 18 november gepresenteerd tijdens het Ketencongres Werk en Inkomen in Utrecht.
Het bestrijden van uitkeringsfraude is voor gemeenten en uitkeringsinstanties een belangrijke taak die bij het uitvoeren van de sociale zekerheid hoort. Fenger leidde in opdracht van het Landelijk Kenniscentrum Fraude bestrijding twee onderzoeksprojecten over uitkeringsfraude. Hij maakte tijdens eht congres deel uit van plenaire panel met onder meer staatssecretaris Jetta Klijnsma en UWV-bestuurder Fred Paling.
Grote verschillen tussen gemeenten
In opdracht van het Landelijk Kenniscentrum Fraudebestrijding onderzocht Fenger samen met promovendus Xandra Maan de praktijk van het handhavingsproces in vier gemeenten. Ze vonden in de eerste plaats grote verschillen in de wijze waarop gemeenten fraudebestrijding hebben georganiseerd. Ook troffen de onderzoekers grote verschillen aan in het aantal fraudeurs dat per gemeente wordt betrapt. Het blijkt dat er geen directe relatie gelegd kan worden tussen de manier waarop de handhaving is georganiseerd en de gemeentelijke prestaties als het gaat om preventie en opsporing van fraude.
Uit het onderzoek kwamen wel punten te voorschijn die een positieve invloed lijken te hebben bij fraudebestrijding. Zo helpt het als er minder overdrachtsmomenten zijn in het uitkeringsproces tussen inkomensconsulenten, werkconsulenten en handhavers. Ook is het goed als er een adequate monitoring van de prestaties binnen gemeenten en tussen gemeenten plaatsvindt. Tenslotte werkt de bestrijding van uitkeringsfraude beter als er regelmatig contact met uitkeringsgerechtigden is.
Aanspreken op gedrag
Voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzochten Fenger en promovendus Luc Benda op welke wijze consulenten in de sociale zekerheid uitkeringsgerechtigden kunnen en willen aanspreken op hun gedrag, als dat de re-integratie of de rechtmatigheid in de weg staat. De onderzoekers legden aan consulenten van de Sociale Verzekeringsbank, het UWV en gemeenten fictieve beschrijvingen voor van situaties voor die om een reactie vragen.
Uit het onderzoek bleek dat er weinig barrières zijn voor consulenten om klanten aan te spreken op hun gedrag: ze geven bijvoorbeeld aan zich niet te laten leiden door de vertrouwensband met de klant of angst voor de reactie van de klant. Consulenten laten zich bij het aanspreken op gedrag meer leiden door hun eigen professionele waarden en minder door beleidsregels of protocollen. Dit komt voornamelijk door het feit dat situaties waarin klanten moeten worden aangesproken vaak uniek en complex zijn. En hoewel consulenten dus het vermogen en de wil hebben om klanten aan te spreken op gedrag, worden er niet altijd duidelijke consequenties verbonden aan het gedrag van de uitkeringsgerechtigde.