Op het gebied van bestuursrecht is de opkomst van drones niet onopgemerkt gebleven. Bestuursorganen lijken zich meer en meer bewust te zijn van de wijze waarop drones van toegevoegde waarde kunnen zijn bij de uitvoering van hun publieke taak. Een voorbeeld hiervan is de inzet van drones ter handhaving van de openbare orde.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Op dit moment ligt het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet in verband met de verruiming van de bevoegdheid van de burgemeester tot de inzet van cameratoezicht voor aan de Eerste Kamer. Op grond van de voorgestelde wijziging van artikel 151c Gemeentewet zou de burgemeester de bevoegdheid kunnen krijgen om naast vaste camera’s ook flexibele camera’s in te zetten ter handhaving van de openbare orde. Onder flexibele camera’s vallen ook vliegende camera’s. Dit heeft tot vragen geleid met betrekking tot de inzet van drones.
Kan er straks toezicht worden gehouden met behulp van drones?
– Kort door de bocht: ja. Als het wetsvoorstel inderdaad door de Eerste Kamer wordt aangenomen, zou in de toekomst ter handhaving van de openbare orde toezicht kunnen worden gehouden met behulp van drones. Nu het woord “vast” uit artikel 151c Gemeentewet wordt verwijderd, kan de burgemeester de mogelijkheid krijgen om te kiezen tussen vaste én flexibele camera’s.
– Onder welke voorwaarden kan er toezicht worden gehouden met drones?
De gemeenteraad dient een verordening vast te stellen. In deze verordening kan hij de burgemeester de bevoegdheid geven om gebieden aan te wijzen waar cameratoezicht mogelijk is. Hierbij kan de gemeenteraad nadere regels stellen. Zo kan bepaald worden dat de bevoegdheid beperkt is tot bepaalde gebieden binnen de gemeente. Ook kan de gemeenteraad bepalen hoe de burgemeester hem moet informeren omtrent de inzet van camera’s. De gemeenteraad zou zelfs kunnen bepalen dat vliegende camera’s (drones) helemaal niet mogen worden ingezet.
– De burgemeester dient gebieden aan te wijzen waar toezicht met (vliegende) camera’s mogelijk is. Hierbij moet de burgemeester beoordelen binnen welk gebied de inzet van deze camera’s noodzakelijk en proportioneel is en voor hoelang. Dit betekent dat hij niet de gehele gemeente kan aanwijzen, maar zich moet beperken tot bepaalde straten en pleinen. Wanneer cameratoezicht niet langer noodzakelijk is, moet de gebiedsaanwijzing worden ingetrokken.
De burgemeester moet op basis van de gebiedsaanwijzing besluiten tot het daadwerkelijk inzetten van drones. Hierbij zal hij (wederom) de noodzakelijkheid en subsidiariteit moeten beoordelen, ditmaal met betrekking tot de soort camera’s die worden ingezet.
Wanneer is toezicht met drones noodzakelijk?
Mede gezien de inherente gevaren voor privacy die het gebruik van drones met zich meebrengt, moet het gebruik van drones (in ieder geval volgens de wetgever) gezien worden als een ingrijpende maatregel. Bij het beoordelen van de proportionaliteit en de subsidiariteit zal namelijk vaak de conclusie moeten zijn dat kan worden volstaan met een camera aan de grond.
Als voorbeeld van een situatie waarin toezicht met behulp van drones wel noodzakelijk kan zijn, wordt gewezen op meerdaagse evenementen waar grote groepen mensen aanwezig zijn. In dat geval kan het noodzakelijk zijn om vanuit de lucht te monitoren hoe deze groepen zich verplaatsen. Gedacht kan worden aan het drama bij de Love Parade 2010 in Duisburg.
Conclusie
Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, zal cameratoezicht met behulp van drones mogelijk zijn. Hiervoor dienen wel meerdere besluiten te worden genomen. Noodzakelijkheid en proportionaliteit in verband met de openbare orde spelen daarbij een centrale rol. Volgens de wetgever dient cameratoezicht met behulp van drones beperkt te worden tot uitzonderlijke gevallen. Men lijkt dus (nog) niet bang te hoeven zijn voor zwermen drones in hun straat.
mr. Sammie Elbertsen, AKD