In januari starten in de politieregio’s Twente en Zuid-Holland Zuid proeven waarbij de politie bij huiselijk geweld de herkomst van plegers en slachtoffers gaat registreren. In beide regio’s zal als er een melding komt van huiselijk geweld het geboorteland van de (groot)ouders worden geregistreerd door middel van een koppeling met de gemeentelijke basisadministratie. Dit schrijft minister Donner van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer, mede namens minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Verdonk voor Vreemdelingenszaken en Integratie. De proeven lopen een half jaar. Met de start van de proeven geven de bewindslieden uitvoering aan de motie-Dittrich, waarin verzocht wordt ‘om bij geweld achter de voordeur registratie op etniciteit mogelijk te maken’.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Uit wetenschappelijk onderzoek van de twee proefprojecten door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) zal moeten blijken in hoeverre een registratie op herkomst voor politie en hulpverlening noodzakelijk is om een gerichtere aanpak van huiselijk geweld te realiseren. Op dit moment vindt bij huiselijk geweld-incidenten alleen registratie plaats op nationaliteit en land van geboorte. Dit geeft onvoldoende inzicht in de omvang van huiselijk geweld onder allochtonen, met name bij de tweede en derde generatie en bemoeilijkt het zicht op omstandigheden die een rol spelen bij het vóórkomen van huiselijk geweld.
Brief uitvoering motie Dittrich over registratie en etniciteit, Ministerie van Justitie