De veroordeling van de Nederlandse zakenman Guus K. wegens medeplichtigheid aan het medeplegen van oorlogsmisdrijven en wegens het medeplegen van overtredingen van VN-embargo’s in Liberia tussen 1999 en 2003 dient in stand te blijven. Dat adviseert advocaat-generaal Hofstee de Hoge Raad in zijn conclusie van vandaag.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch vond eerder bewezen dat de verdachte tijdens de tweede Liberiaanse burgeroorlog opzettelijk behulpzaam is geweest bij het plegen van oorlogsmisdrijven door soldaten van het regeringsleger van Charles Taylor. Daartoe zou de verdachte onder meer een aan zijn houtkapbedrijven toebehorend schip hebben gebruikt voor de invoer van wapens en munitie en werknemers van deze bedrijven ter beschikking hebben gesteld voor de gewapende strijd. Met deze handelwijze zou de verdachte ook voor deze periode door Verenigde Naties uitgevaardigde embargo’s hebben overtreden.
De rechtbank te ‘s-Gravenhage veroordeelde de verdachte in 2006 tot een gevangenisstraf van acht jaar wegens het medeplegen van opzettelijke overtredingen van de wapenembargo’s maar sprak de verdachte vrij van medeplichtigheid aan het medeplegen van oorlogsmisdrijven. In hoger beroep werd hij door het gerechtshof in Den Haag in 2008 van beide delicten vrijgesproken. Het OM ging tegen deze vrijspraak in cassatie. Dat cassatieberoep achtte de Hoge Raad in 2010 gegrond. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Haagse hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch. Dat hof veroordeelde de verdachte in 2017 voor beide feiten tot een gevangenisstraf van negentien jaar. De verdachte ging tegen deze veroordeling in cassatie.
Tegen de uitspraak van het hof ’s-Hertogenbosch zijn dertig middelen van cassatie ingediend. In zijn conclusie bespreekt de advocaat-generaal de aangevoerde klachten uitvoerig en gaat daarbij onder meer in op de aan de motivering van een bewezenverklaring te stellen eisen en op de vraag of in Liberia mogelijk aan de verdachte verleende amnestie gevolgen heeft voor het vervolgingsrecht van het Nederlandse Openbaar Ministerie. Advocaat-generaal Hofstee komt in zijn advies tot de slotsom dat geen van de dertig cassatiemiddelen leidt tot vernietiging van de uitspraak. Hij adviseert de Hoge Raad dan ook het cassatieberoep te verwerpen en daarmee de uitspraak in stand te laten.
Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet in deze zaak.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat al dan niet te volgen. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.