Om toekomstige crisissituaties effectief het hoofd te bieden, moet het bestaande (staats)nood- en crisisrecht op korte termijn worden gemoderniseerd. Daarbij moet een zo goed mogelijke balans worden gevonden tussen aan de ene kant een effectieve crisisbestrijding en aan de andere kant de beginselen van de democratische rechtsstaat.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Beter voorbereid
Dit is de rode draad van het spontaan advies ‘Van noodwet tot crisisrecht’ van de Afdeling advisering dat vandaag, 14 december 2021, is gepubliceerd. Regering en Tweede Kamer hebben aangegeven dat zij het nood- en crisisrecht willen moderniseren. De Afdeling advisering wil met dit advies daaraan bijdragen, zodat Nederland in de toekomst in juridische zin beter is voorbereid op nieuwe crisissituaties.
Juridische aanpak
In het advies besteedt de Afdeling advisering aandacht aan de juridische aanpak van de coronacrisis, in het bijzonder aan de wet- en regelgeving die de afgelopen periode een rol heeft gespeeld. De ervaringen die daarmee in de laatste anderhalf jaar zijn opgedaan, bevatten een aantal lessen voor de toekomstige aanpak van crisissituaties. Die lessen zijn verwerkt in dit advies. Het advies is echter uitdrukkelijk niet bedoeld om de corona‑aanpak tot dusverre te evalueren. Dat is niet de taak van de Afdeling advisering.
Complex stelsel
De Afdeling advisering constateert dat er op dit moment een complex stelsel van nood- en crisisrecht bestaat. Aan de ene kant is er het ‘klassieke’ staatsnoodrecht dat zijn basis heeft in de Grondwet. Dit noodrecht wordt feitelijk niet gebruikt, omdat de indruk bestaat dat het alleen in een heel extreme noodtoestand kan worden gebruikt, zoals een oorlog of een bezetting. Aan de andere kant is er in de loop der jaren ‘gewoon’ crisisrecht ontwikkeld op zowel landelijk, regionaal als lokaal niveau voor talloze soorten crises, bijvoorbeeld de Wet veiligheidsregio’s. Er bestaan dus feitelijk twee soorten wettelijke regels naast elkaar die de nodige overlap vertonen, soms van elkaar verschillen en soms ook onderling inconsistent zijn.
Eerst noodverordeningen, daarna de coronawet
Ook de juridische aanpak van de coronacrisis heeft dit duidelijk gemaakt. Het ‘klassieke’ staatsnoodrecht is niet toegepast. Het gevolg was dat er veel geïmproviseerd moest worden, eerst met noodverordeningen en later met de zogenoemde coronawet (Tijdelijke wet maatregelen Covid-19). Deze wet werd ook vaak en soms ingrijpend gewijzigd. Dat leidde tot knelpunten. Zo was er aan het begin van de coronacrisis geen wettelijke grondslag voor grondrechtbeperkende maatregelen, verschilde steeds de mate van parlementaire betrokkenheid bij de verschillende coronamaatregelen en bleken er geen vangnetvoorzieningen te bestaan voor onverwachte situaties.
Aanbevelingen
Gelet op het bestaande complexe stelsel van nood- en crisisrecht en de lessen die tijdens de coronacrisis zijn opgedaan, formuleert de Afdeling advisering in haar advies aanbevelingen voor het moderniseren van het nood- en crisisrecht.
De belangrijkste zijn:
– Start met een fundamentele bezinning op de verhouding tussen het staatsnoodrecht en ander nood- en crisisrecht.
– Zorg dat het bestuur met wettelijke vangnetvoorzieningen ruimte heeft om direct te handelen in het geval van onvoorziene omstandigheden.
– Zorg dat in de wet een duidelijke en werkbare wettelijke structuur wordt vastgelegd over de betrokkenheid en zeggenschap van het parlement bij het vaststellen, verlengen en afschaffen van crisismaatregelen.
– Voorkom zoveel mogelijk ad-hocwetgeving die grondrechten beperkt en ga na welke soorten beperkingen van grondrechten in crisissituaties nodig zijn zodat die in de wet kunnen worden vastgelegd.
– Is er sprake van een nationale crisis? Zorg dan voor een op inhoud, sturing en uitvoering samenhangende crisisorganisatie op rijksniveau.
– Zorg voor een goede afstemming tussen rijk, veiligheidsregio’s en gemeenten en onderzoek of de wet daarvoor moet worden aangepast.
Spontane adviezen
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert normaal gesproken over wetsvoorstellen die regering en parlement aan haar voorleggen. Zij kan echter ook advies geven zonder dat een concreet wetsvoorstel voorligt. Dat heet dan een ongevraagd of spontaan advies. Dit advies ‘Van noodwet tot crisisrecht’ is daar een voorbeeld van.