Inwoners van Nederland die werkzaamheden uitoefenen voor een of meer opdrachtgevers kunnen bij de belastingdienst een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) aanvragen. Hiermee krijgen zij (en de opdrachtgevers) meer zekerheid vooraf over de kwalificatie van de inkomsten. Er zijn vier soorten verklaringen arbeidsrelatie, te weten de VAR winst uit onderneming (VAR-winst), de VAR loon uit dienstbetrekking (VAR-loon), de VAR resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row) en de VAR voor rekening en risico van de vennootschap (VAR-dga).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Onlangs heeft Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarin een tandarts een VAR-row kreeg, terwijl hij een VAR-winst had aangevraagd. De rechtbank oordeelde dat de inkomsten uit de uitoefening van het beroep van tandarts ofwel kwalificeren als winst uit onderneming (indien zelfstandig) dan wel als loon uit dienstbetrekking (indien onzelfstandig). Op grond van de wet wordt het zelfstandig uitgeoefende beroep aangemerkt als een onderneming. De rechtbank concludeert hieruit dat de inkomsten uit de uitoefening van het beroep van tandarts nooit resultaat uit overige werkzaamheden kunnen vormen.
Inwoners van Nederland die werkzaamheden uitoefenen voor een of meer opdrachtgevers kunnen bij de belastingdienst een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) aanvragen. Er zijn vier soorten verklaringen arbeidsrelatie, te weten de VAR winst uit onderneming (VAR-winst), de VAR loon uit dienstbetrekking (VAR-loon), de VAR resultaat uit overige werkzaamheden (VAR row) en de VAR voor rekening en risico van de vennootschap (VAR-dga). De VAR is bedoeld om meer zekerheid vooraf te geven aan opdrachtgevers, bijvoorbeeld dat zij ten opzichte van een opdrachtnemer (de zelfstandige) niet als werkgever zijn aan te merken. In dat geval kunnen zij in beginsel niet met naheffingen van loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen worden geconfronteerd. Deze zekerheid geldt uitsluitend indien een VAR-winst of een VAR-dga is afgegeven. Een zelfstandige kan er daarnaast zelf belang bij hebben om bijvoorbeeld een VAR-winst te verkrijgen. In tegenstelling tot een werknemer en een resultaatsgenieter uit overige werkzaamheden, kan een ondernemer namelijk onder voorwaarden gebruik maken van verschillende aantrekkelijke fiscale faciliteiten, zoals de ondernemersaftrek.
Onlangs oordeelde Rechtbank Leeuwarden over de vraag of een inspecteur terecht een VAR-row had afgegeven aan een tandarts. De tandarts meende dat hij een VAR-winst had moeten krijgen omdat hij winst uit onderneming genoot. Hij had hiertoe een VAR-aanvraag ingediend in oktober 2006, voor het jaar 2007. De zaak was verkort weergegeven als volgt.
In 2007 was de tandarts gemiddeld 4,5 dag per week werkzaam bij een tandartsenpraktijk waarmee hij een overeenkomst van opdracht tot praktijkmedewerking had gesloten. Daarnaast bleek uit e-mails dat hij met meerdere tandartsen had geprobeerd zijn werkzaamheden uit te breiden. Volgens de overeenkomst verrichte de tandarts behandelingen zelfstandig, naar eigen inzicht en voor eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Voorts was de tandarts vrij om af te wijken van de controlefrequentie die gangbaar was binnen de praktijk. Ook mocht hij, na overleg met patiënten, afspraken en behandelingen naar eigen inzicht wijzigen en kon hij zich zonder instemming van de opdrachtgever laten vervangen door een andere bevoegde tandarts. De tandarts factureerde de behandelingen maandelijks aan de praktijk, waarna de praktijk vervolgens de behandelde patiënten factureerde. Facturen die niet werden betaald kwamen voor rekening van de tandarts.
De rechtbank overwoog dat het beroep van tandarts zowel zelfstandig als in dienstbetrekking (onzelfstandig) kan worden uitgeoefend. Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeren de inkomsten uit de uitoefening van het beroep van tandarts ofwel als winst uit onderneming (indien zelfstandig) dan wel als loon uit dienstbetrekking (indien onzelfstandig). Op grond van de wet wordt het zelfstandig uitgeoefende beroep aangemerkt als een onderneming. Omdat resultaat uit overige werkzaamheden alleen kan worden behaald met werkzaamheden die geen winst uit onderneming of loon opleveren, concludeerde de rechtbank dat het beroep van tandarts nooit onder het bereik van resultaat uit overige werkzaamheden kan vallen.
De rechtbank oordeelde dat de inspecteur de tandarts ten onrechte een VAR-row had gegeven. Aangezien de verklaring slechts geldig was voor het jaar 2007 en dat jaar inmiddels was verstreken, beperkte de rechtbank zich tot de vernietiging van de ten onrechte verstrekte VAR-row en veroordeelde de inspecteur tot een forfaitaire vergoeding van de kosten van het beroep.