Onder voorwaarden kunnen buitenlandse belastingplichtigen ervoor kiezen om te worden behandeld als een binnenlandse belastingplichtige. Dit keuzerecht is de afgelopen jaren inzet geweest in diverse procedures -ook onder meer bij het Europese Hof van Justitie (HvJ EU)- waarbij de vraag werd opgeworpen of het een geschikt middel kan zijn om een discriminerende bepaling te neutraliseren. Het HvJ EU heeft daarbij aangegeven dat zo’n keuzerecht een geconstateerde discriminatie niet neutraliseert.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In navolging daarvan heeft Rechtbank Breda onlangs beslist dat deze keuzeregeling geen adequaat en proportioneel middel is om een gegeven discriminatie te neutraliseren. De rechtbank wees daarbij op de zogeheten ‘claw back’ uit de keuzeregeling. De claw back houdt in dat indien een niet-ingezetene niet langer opteert voor de keuzeregeling er een terugname plaats van de negatieve buitenlandse inkomensbestanddelen (aftrekposten) die gedurende de optieperiode ten laste zijn gekomen van het Nederlandse inkomen. Naar het oordeel van de rechtbank dwingt Nederland de niet-ingezetene dan ook niet alleen te kiezen voor binnenlandse belastingplicht, maar ook om deze keuze, op straffe van veelal aanzienlijke kosten, ook in de toekomst voort te zetten. Los van dit fundamentele oordeel over de keuzeregeling gaf de rechtbank nog een ander oordeel over de keuzeregeling. Het is niet noodzakelijk om te kiezen voor binnenlandse belastingplicht als een niet-ingezetene zijn gehele (of nagenoeg gehele, d.w.z. 90% of meer) inkomen in Nederland verdient en daarbij zijn per saldo negatieve opbrengsten van een in het buitenland gelegen woning (hypotheekrenteaftrek) op dat inkomen in aftrek wil brengen.
Onder voorwaarden kunnen buitenlandse belastingplichtigen ervoor kiezen om te worden behandeld als een binnenlandse belastingplichtige. Dit keuzerecht is de afgelopen jaren inzet geweest in diverse procedures -ook onder meer bij het Europese Hof van Justitie (HvJ EU)- waarbij de vraag werd opgeworpen of het een geschikt middel kan zijn om een discriminerende bepaling te neutraliseren. Het HvJ EU heeft in twee arresten uit 2006 en 2009 (de zaken Test Claimants en Gielen) daarbij aangegeven dat zo’n keuzerecht een geconstateerde discriminatie niet neutraliseert. Over de zaak Gielen hebben we meermaals bericht.
Rechtbank Breda heeft onlangs een uitspraak gedaan waarbij de keuzeregeling aan de orde kwam. De procedure betrof een man die in 2004 in België woonde en in Nederland in loondienst werkzaam was. De man bezat in België een eigen woning en wilde de hypotheekrente (gesaldeerd met naar Nederlandse normen bepaalde eigenwoningforfait) ten laste van zijn Nederlandse inkomen brengen. De inspecteur was echter van mening dat aftrek alleen mogelijk zou zijn als hij zou kiezen voor binnenlandse belastingplicht.
De rechtbank stelde vast dat het loon van de man voor ten minste 90% deel uitmaakte van het totale inkomen van de man. Op basis van het Schumacker-arrest van het HvJ EU mag een niet-ingezetene uit een andere lidstaat niet belemmerd worden in zijn verdragsvrijheden (zoals onder meer de vrijheid van vrij verkeer). Volgens dit arrest moet een lidstaat aan een niet-ingezetene bepaalde aftrekposten die verband houden met ‘de persoonlijke en gezinssituatie’ verlenen als 90% of meer van het inkomen uit deze lidstaat wordt verdiend. Volgens het arrest Renneberg van het HvJ EU is sprake van een belemmering van de verdragsvrijheid als een belastingplichtige niet-ingezetene geen negatieve inkomsten uit eigen woning in aanmerking mag nemen terwijl een belastingplichtige ingezetene wel negatieve inkomsten (uit een in een andere lidstaat gelegen woning) in aftrek kan brengen. De Hoge Raad heeft op 26 juni 2009 in de zaak Renneberg uitspraak gedaan en heeft daarbij beslist dat Renneberg wat betreft de fiscale behandeling van zijn Belgische woning op dezelfde wijze moest worden behandeld als inwoners van Nederland.
De inspecteur was van mening dat het arrest Renneberg zijn belang had verloren omdat in de Wet Inkomstenbelasting de keuzeregeling is opgenomen en dat de keuzeregeling van voor niet-ingezetenen een evenwichtig resultaat oplevert dat voldoende recht doet aan de Europeesrechtelijke verplichtingen van Nederland. Hij meende dat de man alleen dan de negatieve inkomsten uit zijn in België gelegen eigen woning in aftrek kan brengen op zijn Nederlandse inkomen indien hij kiest voor binnenlandse belastingplicht. De man meende op basis van de Europese regelgeving dat dit ook zonder toepassing van de keuzeregeling mogelijk moet zijn.
De rechtbank was het niet met de inspecteur eens en wees daarbij op de arresten van het HvJ EU in de zaken Test Claimants in the FII Group Litigation en Gielen waarbij het HvJ EU had aangegeven dat zo’n keuzerecht een geconstateerde discriminatie niet neutraliseert. De rechtbank was van oordeel dat deze keuzeregeling geen adequaat en proportioneel middel is om een gegeven discriminatie te neutraliseren en wees daarbij op de zogeheten claw back uit de keuzeregeling. De claw back houdt in dat indien een niet-ingezetene niet langer opteert voor de keuzeregeling er een terugname plaats van de negatieve buitenlandse inkomensbestanddelen (aftrekposten) die gedurende de optieperiode ten laste zijn gekomen van het Nederlandse inkomen. Naar het oordeel van de rechtbank dwingt Nederla nd de niet-ingezetene dan oo k niet alleen te kiezen voor binnenlandse belastingplicht, maar ook om deze keuze, op straffe van veelal aanzienlijke kosten, ook in de toekomst voort te zetten.
Los van dit fundamentele oordeel over de keuzeregeling gaf de rechtbank ook nog een ander oordeel. Het is niet noodzakelijk om te kiezen voor binnenlandse belastingplicht als een niet-ingezetene zijn gehele (of nagenoeg gehele, d.w.z. 90% of meer) inkomen in Nederland verdient en daarbij zijn per saldo negatieve opbrengsten van een in het buitenland gelegen woning (hypotheekrenteaftrek) op dat inkomen in aftrek wil brengen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en verleende de man aftrek van zijn Belgische hypotheekrente, gesaldeerd met Nederlandse eigenwoningforfait.