Op 15 maart 2011 heeft het gerechtshof ‘s-Gravenhage uitspraak gedaan over de vraag of de gemeente Dordrecht aansprakelijk is voor schade die aan de houten fundering van een aantal woningen binnen haar gemeente is ontstaan (LJN: BP7513).
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Houten funderingspalen dienen onder het grondwaterniveau te staan om schimmelvorming en aantasting van de palen te voorkomen. Indien houten funderingspalen (cumulatief) gedurende 10 tot 20 jaar droog staan, kan dat tot gevolg hebben dat het dragende vermogen van de palen afneemt.
Een aantal eigenaren van woningen binnen de gemeente Dordrecht heeft een procedure tegen de gemeente aangespannen. Zij claimden schade te hebben geleden aan de houten funderingspalen onder hun woning, omdat de palen gedurende een lange periode droog hebben gestaan. De droogstand van de houten funderingspalen was, in de visie van de eigenaren, ontstaan door lekkende rioleringen en verkeerd beheer van het open water binnen de bebouwde kom. Een lekkende riolering kan een oorzaak zijn van droogstand, nu dat tot gevolg kan hebben dat het grondwater via de riolering wordt afgevoerd. De gemeente werd op grond van de artikelen 6:174 (aansprakelijkheid voor opstallen) en 6:162 (onrechtmatige daad) van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk gehouden voor de schade aan de fundering.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente Dordrecht niet in haar verplichtingen als rioolbeheerder tekort is geschoten. Evenmin is de gemeente Dordrecht tekort geschoten in haar informatieverplichting jegens de eigenaren. De eigenaren hebben tegen deze beslissing hoger beroep in gesteld bij het hof ‘s-Gravenhage.
Het hof heeft geoordeeld dat de gemeente Dordrecht niet aansprakelijk is voor de schade aan de houten funderingspalen, omdat haar geen verwijt treft. De gemeente heeft de rioleringsproblematiek adequaat aangepakt, gezien haar (financiële) mogelijkheden en de kennis waarover zij indertijd beschikte. Zo heeft zij diverse onderzoeken laten uitvoeren naar de omvang van de problematiek en vervolgens haar beleid daarop afgestemd. De gemeente heeft in september 2000 zelf zicht gekregen op de omvang van de funderingsproblematiek. Vervolgens heeft zij op 17 oktober 2000 de eigenaren gewezen op het risico op paalrot door te lange droogstand. Volgens het hof is die waarschuwing tijdig genoeg geweest. Daarnaast is het hof van oordeel dat de gemeente Dordrecht niet onjuist te werk is gegaan bij het stellen van prioriteiten met betrekking tot het herstel van de riolering. Deze beleidsvrijheid heeft zij ook, aldus het hof.
mr. Nick van Eijk, Kneppelhout & Korthals Advocaten