Werknemer is bij werkgever in dienst getreden als afdelingshoofd Technisch Beheer. In het kader van zijn functie heeft werknemer met werkgever een studieovereenkomst gesloten voor een opleiding aan de Nijenrode Business University.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
In de studieovereenkomst staat: “indien werknemer het bedrijf binnen 3 jaar na behalen van diploma/certificaat verlaat, is werknemer gehouden tot terugbetaling van de studiekosten”. Werknemer behaalt zijn diploma in februari 2009. In 2010 wordt de arbeidsovereenkomst op verzoek van werkgever ontbonden onder toekenning van een tussen partijen overeengekomen beëindigingsvergoeding van ruim €16.000,- bruto. Nadien vordert werkgever van werknemer op grond van het overeengekomen studiekostenbeding een restitutie van de studiekosten van circa €10.000,-
Standpunt van werknemer
Werknemer is van mening dat hij de studiekosten niet behoeft terug te betalen, omdat werkgever het initiatief voor ontslag heeft genomen. Volgens werknemer zou het begrip ‘verlaat’ enkel zien op de situatie dat werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt. Voorts beroept werknemer zich op de concept vaststellingsovereenkomst die werkgever voorafgaande aan de ontbindingsprocedure aan werknemer heeft aangeboden en waarin staat dat partijen elkaar over en weer kwijting zullen verlenen. In de vaststellingsovereenkomst is niet opgenomen dat werknemer de studiekosten zou moeten terugbetalen.
De beoordeling van de rechter
Om te beginnen stelt de rechter dat het studiekostenbeding van toepassing is. Uit het begrip ‘verlaat’ is niet af te leiden dat het studiekostenbeding enkel van toepassing is indien werknemer het initiatief voor de beëindiging neemt.
Nu het studiekostenbeding van toepassing is, toetst de rechter of het beding ook voldoet aan de aanvullende eisen die de Hoge Raad heeft gesteld. Zo moeten de consequenties van de terugbetalingsregeling voor werknemer duidelijk zijn geweest. Daarnaast kan het onder omstandigheden in strijd met de redelijkheid en billijkheid zijn indien werkgever de studiekosten terugvordert terwijl hij zelf het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft genomen.
De rechter is van oordeel dat niet gebleken is dat werknemer door werkgever bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst is gewezen op de consequenties van het studiekostenbeding. Dit is ook niet aannemelijk omdat hij anders niet akkoord zou zijn gegaan met de overeengekomen beëindigingsvergoeding. Na betaling van de studiekosten zou hij hiermee op een negatief saldo zijn uitgekomen. Voorts lag het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst bij de werkgever, waardoor het voor werknemer onredelijk zou zijn om de studiekosten te restitueren. De vordering van werkgever wordt afgewezen.
mr. Mieke Dijkman, Van Diepen Van der Kroef Advocaten