Op grond van art. 6:96 lid 2 BW komen als vermogenschade mede voor vergoeding in aanmerking de redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid (sub b). Ook wel buitengerechtelijke kosten (bgk) genoemd.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De rechtbank Den Haag oordeelde heel recent over de reikwijdte van deze vergoedingsplicht in een letselschadezaak. Een ziekenhuis werd aansprakelijk geacht voor medisch onzorgvuldig handelen. De rechtbank oordeelde dat het ziekenhuis gehouden was de schade van de patiënte te vergoeden. De vrouw vorderde in de procedure ook vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. Dit waren de kosten die haar belangenbehartiger (Letsel.nl) voorafgaand aan de procedure had gemaakt. Tijdens de comparitie werd duidelijk dat het zou gaan om een bedrag van ruim € 8.000,00 aan werkzaamheden. Voorts werd duidelijk dat de vrouw een overeenkomst met haar belangenbehartiger was aangegaan waarin zij had afgesproken dat werd gewerkt op basis van het zogenoemde “no-cure-no-pay” principe. Hetgeen inhield dat bij vaststelling van aansprakelijkheid en schade een percentage van de toegekende schadevergoeding zou worden ontvangen door Letsel.nl ongeacht de door deze belangenbehartiger daadwerkelijk gemaakte kosten en zonder dat Letsel.nl de door haar gemaakte kosten separaat bij de dame in rekening zou brengen.
De rechtbank oordeelde dat nu vaststaat dat de vrouw geen rekening zal ontvangen en gesteld noch gebleken is dat zij anderszins gehouden is de (buitengerechtelijke) kosten te vergoeden, de kosten van Letsel.nl niet als schade van de vrouw kunnen worden gekwalificeerd. De vordering van de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen.