Bijna tien jaar geleden oordeelde de Hoge Raad in de zogenoemde 15-april-arresten dat een rechtsgeldig vennootschapsrechtelijk ontslag van een bestuurder door de algemene vergadering van aandeelhouders (‘Ava’), ook tot gevolg heeft dat zijn arbeidsovereenkomst met de vennootschap van rechtswege eindigt. Hoewel deze arresten veel duidelijkheid hebben gebracht, zijn er tevens vragen onbeantwoord gebleven. Een van die vragen is of – naast de arbeidsovereenkomst – ook de managementovereenkomst van rechtswege eindigt bij een ontslag door de Ava. De Rechtbank Midden-Nederland beantwoordde deze vraag recentelijk bevestigend.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Rechtsverhouding tussen bestuurder en vennootschap
De (statutair) bestuurder van een vennootschap heeft een bijzondere positie. Er bestaat namelijk een ‘dubbele’ rechtsverhouding tussen hem en de vennootschap waarvan hij bestuurder is. Enerzijds is er sprake van een bestuurdersovereenkomst die wordt beheerst door het vennootschapsrecht. Anderzijds is er sprake van een civielrechtelijke verhouding tussen de bestuurder en de vennootschap. Deze kan bestaan uit een arbeidsovereenkomst wanneer de bestuurder rechtstreeks bij de vennootschap in dienst treedt. Er kan echter ook voor een managementovereenkomst worden gekozen. In dat geval wordt er tussen de persoonlijke management-bv van de bestuurder en de vennootschap een overeenkomst gesloten, op grond waarvan de management-bv de bestuurder in persoon aan de vennootschap ter beschikking stelt.
15-april-arresten
In twee arresten van 15 april 2005 oordeelde de Hoge Raad dat door een ontslagbesluit van de Ava – waarmee de bestuurdersovereenkomst wordt beëindigd – tevens een einde wordt gemaakt aan de arbeidsrechtelijke verhouding tussen de bestuurder en de vennootschap. Voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst is in die situatie derhalve geen separate (rechts)handeling vereist. Dit is slechts anders indien (i) er een opzegverbod van toepassing is, bijvoorbeeld in het geval dat de bestuurder ten tijde van het ontslag arbeidsongeschikt is, of (ii) indien partijen andersluidende afspraken hebben gemaakt. In de lagere jurisprudentie en literatuur is nog een derde uitzondering aangenomen, namelijk voor zogenaamde ‘functioneel bestuurders’. Dit zijn bestuurders die in de praktijk nagenoeg geen statutaire bestuurderstaken uitvoeren. Omdat het ontslag als statutair bestuurder in dat geval niet aan de feitelijke taakuitoefening in de weg hoeft te staan, kan een separate beëindiging van de arbeidsovereenkomst – indien gewenst – noodzakelijk zijn.
Eindigt de managementovereenkomst ook van rechtswege?
De vraag doet zich voor of – indien er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst maar van een managementovereenkomst – de managementovereenkomst door een ontslagbesluit van de Ava ook van rechtswege eindigt. In de jurisprudentie is daarover wisselend geoordeeld.
Gerechtshof Amsterdam: géén einde van rechtswege
Het Hof Amsterdam stelde zich eind 2013 op het standpunt dat de 15-april-arresten enkel zagen op een arbeidsverhouding. Voor een analoge toepassing op de managementovereenkomst zag het hof geen aanknopingspunten. Volgens het hof dient aan de hand van hetgeen partijen zijn overeengekomen in de managementovereenkomst en de daarop toepasselijke wetsbepalingen, te worden opgemaakt welke gevolgen het ontslagbesluit op die betreffende managementovereenkomst heeft.
Rechtbank Midden-Nederland: wel einde van rechtswege
Zeer recent kwam de Rechtbank Midden-Nederland tot een tegengesteld oordeel. De rechtbank was van mening dat de verwevenheid tussen de bestuurdersovereenkomst en de managementovereenkomst, vergelijkbaar is met die tussen de bestuurdersovereenkomst en de arbeidsovereenkomst zoals in de 15-april-arresten. In het beoordeelde geval werd aannemelijk geacht dat het sluiten van de managementovereenkomst louter was ingegeven door het bestuurdersschap, dat de managementovereenkomst geen ruimer bereik had dan enkel de bestuurderstaken en dat het op grond van de managementovereenkomst niet was toegestaan om een andere persoon dan de bestuurder aan de vennootschap ter beschikking te stellen. Deze omstandigheden rechtvaardigden een analoge toepassing van de 15-april-arresten.
De Rechtbank Midden-Nederland deed derhalve uitdrukkelijk afstand van het hiervoor genoemde arrest van het Hof Amsterdam en oordeelde dat het ontslagbesluit van de Ava tevens een einde van rechtswege van de managementovereenkomst inhield.
Geen eenduidige uitkomst
Tot dat de Hoge Raad zich over deze kwestie buigt, kan niet eenduidig worden gezegd welke invloed een ontslagbesluit van de Ava op een aanverwante managementovereenkomst heeft. Vooralsnog is het derhalve verstandig om in een managementovereenkomst uitdrukkelijk op te nemen dat het ontslag van de bestuurder door de Ava tevens een einde van de managementovereenkomst tot gevolg heeft, zonder dat daarvoor een separate (rechts)handeling is vereist. Ontbreekt een dergelijke bepaling in de managementovereenkomst, dan kan de managementovereenkomst het beste zekerheidshalve alsnog separaat worden opgezegd.