De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) mag reisgegevens van een student opvragen om te controleren of de student terecht een beurs voor uitwonenden ontvangt. Hiermee maakt de DUO weliswaar inbreuk op de privacy van die student, maar die inbreuk is toegestaan. Dit heeft de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 5 februari 2018 bepaald.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
Controle op voorwaarden uitwonendenbeurs
De betrokkene in deze zaak ontving een beurs voor een uitwonende student. Als een student daarvoor in aanmerking wil komen mag hij niet bij (een van) zijn ouders wonen. Bovendien moet hij wonen op het adres waaronder hij bij de gemeente is ingeschreven. De DUO controleert regelmatig of studenten wel aan die voorwaarden voldoen en of zij dus niet te veel studiefinanciering ontvangen. Soms worden bij dit onderzoek ook reisgegevens van de student betrokken. Als uit die gegevens blijkt dat er weinig of geen reisbewegingen in de buurt zijn van het geregistreerde adres en juist veel in een andere buurt of zelfs in een andere stad, zou dat immers een aanwijzing kunnen zijn dat de student niet woont op het van hem geregistreerde adres.
Inbreuk op privacy beperkt
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat reisgegevens persoonlijke gegevens zijn die onder de privacybescherming vallen, maar ook dat de wet het opvragen van deze gegevens door toezichthouders onder voorwaarden mogelijk maakt. Omdat het opvragen van de reisgegevens nog niet maakt dat alle gangen van de student worden nagegaan, is de inbreuk op de privacy, gelet op het doel van de controle (fraudebestrijding), niet zo ernstig dat die ontoelaatbaar is te achten. De reisgegevens mogen dan ook worden gebruikt als aanvullend bewijs.
Te weinig bewijs
Overigens schoot de DUO met dit oordeel in deze zaak weinig op. De reisgegevens hebben namelijk maar weinig bewijskracht. Er kan immers een andere verklaring zijn voor het afwijkende reisgedrag. Er is dan ook bijna altijd méér bewijs nodig dan alleen de reisgegevens. In deze zaak is er volgens de Centrale Raad van Beroep, ook als de reisgegevens erbij worden betrokken, niet voldoende bewijs dat de studente niet woonde op het van haar geregistreerde adres. De eerder toegekende studiefinanciering mocht daarom niet worden teruggevorderd.
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is in deze zaak een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraak dan ook geen hoger beroep instellen.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Centrale Raad van Beroep, 5 februari 2018,
Zaaknummer 16/6346 WSF, ECLI:NL:CRVB:2018:269.
De uitspraak van de rechtbank is: Rechtbank Gelderland van 15 september 2016, zaaknummer 16/1934, ECLI:NL:RBGEL:2016:4975.
Dit is een persbericht op basis van de genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot de afdeling communicatie, tel: 088-3614238.
E-mail: voorlichting.crvb@rechtspraak.nl
Website: www.rechtspraak.nl/organisatie/CRvB