De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wilt een centrale databank rondom studieschulden van consumenten die toegankelijk is voor hypotheekverstrekkers. Het register zou er voor moeten zorgen dat er geen overkreditering plaats vindt, aangezien consumenten momenteel hun studieschuld en de hoogte ervan verzwijgen tijdens het aanvragen van een hypotheek. Dat blijkt uit een recente wetgevingsbrief van de AFM.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
“Starters op de woningmarkt hebben steeds vaker een (hoge) studieschuld. Het aantal personen met een studieschuld is sinds begin 2015 toegenomen met 388.000, naar 1,4 miljoen in 2019. De gemiddelde studieschuld is ook opgelopen, van 12.400 euro in 2015 naar 13.700 euro in 2019. De maandelijkse aflossing van de studieschuld beperkt de financiële ruimte die een consument heeft voor woonlasten en overige uitgaven. Aanbieders en adviseurs van hypothecair krediet zijn wettelijk verplicht om bij het bepalen van
het maximale hypotheekbedrag rekening te houden met de bestaande financiële verplichtingen (art. 4:34 Wft).
Het is immers belangrijk dat het totale maandelijkse bedrag dat een consument moet betalen aan rente en aflossing voor een hypotheek – maar ook voor andere kredieten – verantwoord is. Met de voorwaarden van studieleningen en gelet op het maatschappelijke doel, heeft de wetgever reeds bepaald dat deze minder zwaar meewegen bij het bepalen van de maximale hypotheek dan bijvoorbeeld een consumptief krediet.2 Er zijn echter duidelijke aanwijzingen dat bij een deel van de consumenten een studieschuld in het geheel niet wordt meegenomen bij een hypotheekaanvraag. Aanbieders en adviseurs zijn momenteel in hoge mate afhankelijk van de aanvrager van de hypotheek om vast te stellen of sprake is van een studieschuld. De huidige praktijk, waarbij een aanvrager doorgaans een schermafdruk van de digitale ‘Mijn DUO’-omgeving overlegt, is onnodig omslachtig en bevordert naleving en handhaving van de geldende regelgeving rond verantwoorde kredietverstrekking niet. Extern onderzoek toont aan dat 15% van de starters een studieschuld niet opgeeft bij de hypotheekaanvraag.3
Om deze reden ziet de AFM graag dat uitstaande studieschulden centraal worden geregistreerd in een voor hypotheekverstrekkers toegankelijk register. De AFM verzoekt de minister van Financiën in overleg te treden met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de concrete invulling van dit knelpunt. De AFM is daarbij van mening dat registratie in het Centraal Krediet Registratiesysteem van het Bureau Krediet Registratie (BKR) het meest voor de hand ligt vanwege de aansluiting met de reeds bestaande schuldenregistratie.
wetgevingsbrief-2021