In de bijzondere omstandigheden van dit geval is de Centrale Raad van Beroep van oordeel dat de redelijke termijn is aangevangen met de brief van de gemachtigde van 25 juli 2000.
Prijs vergelijk ADSL, kabel, glasvezel aanbieders en bespaar geld door over te stappen!
De Raad neemt hierbij in aanmerking dat het onderzoek inzake de melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid van betrokkene in april 2000 was afgerond en dat de conclusies daarvan aan betrokkene waren meegedeeld bij schrijven van 12 april 2000 van de arbeidsdeskundige. In de brief van 25 juli 2000 heeft de gemachtigde verzocht deze conclusies in een primair besluit neer te leggen opdat daartegen bezwaar kon worden gemaakt. Vanaf dat moment was duidelijk dat betrokkene zich niet in die conclusies kon vinden.
Vervolgens heeft het nog tot 6 september 2004 geduurd voordat het Uwv een primair besluit aan betrokkene deed toekomen. Het Uwv heeft betrokkene hiermee langdurig ervan afgehouden om het in artikel 6 van het EVRM neergelegde recht op berechting binnen een redelijke termijn te effectueren. Onder deze omstandigheden moet naar het oordeel van de Raad voor de aanvang van die termijn de brief van 25 juli 2000 op één lijn worden gesteld met een bezwaarschrift tegen het uitblijven van een primair besluit.
De Raad komt in dit geval tot het oordeel dat de redelijke termijn is overschreden en honoreert het verzoek om toekenning van € 1500,- schadevergoeding.